Gemeenteraad

Home / Archive by category "Gemeenteraad" (Page 12)

Rotonde Heymanslaan

Het voorontwerp voor de aanleg van de rotonde aan de Heymanslaan is klaar maar moet blijkbaar gedeeltelijk hertekent worden. Het hoeft geen betoog dat de aanleg van deze Rotonde onontbeerlijk is in het kader van de nieuwe hoofdingang van het UZGent en de verkeerssituatie in de buurt van het nieuwe stadion van KAA Gent.

Concreet wens ik de Schepen dan ook te vragen of de gedeeltelijke hertekening van het voorontwerp mogelijke vertragingen oplevert voor de defintieve oplevering van de rotonde en wanneer het einde van de werken effectief voorzien is rekening houdende met de ingebruikname van de nieuwe ingang van het UZGent in 2011 en het nieuwe stadion van KAA Gent in 2012.

Carl De Decker
Gemeenteraadslid

 

Antwoord:

In die omgeving komen 3 nieuwe rotondes. Ik veronderstel dat het gaat over de rotonde ter hoogte van de nieuwe hoofdingang van Uzgent (met inbegrip van een gedeelte van de C Heymanslaan), welke zal aangelegd worden door Stad Gent en TMVW. Momenteel wachten we nog op het formele besluit van de Vlaamse Regering dat de gronden van het UZ overgedragen zijn aan de Stad. Dit zou de komende weken in orde komen. De bedoeling is dat deze werken aanvangen maart/april 2011. Het einde van de werken is voorzien okt/nov 2011. Deze werken werden afgestemd met de werken van Uzgent.

De rotondes ter hoogte van het af- en oprittencomplex van de E17 worden gerealiseerd door het Agentschap Wegen en Verkeer. De bedoeling is dat deze gerealiseerd worden aansluitend op de eerder gemelde werken (vanaf okt/nov 2011). Beide werken zullen uiteraard verder op elkaar afgestemd worden.

Martine De Regge
Schepen van Openbare Werken, Stadswoningen en Rationeel Energie Gebruik

Carl De Decker: UZ wil de nieuwe ingang vanaf september 2011 in gebruik nemen.

Schepen De Regge: Dit kan maar na afwerking van de rotonde.

Tussenkomst Jaarrekening Jan Palfijn

Voorzitter en collega’s,

De krachtlijnen om het AZ Jan Palfijn Gent terug gezond te maken lagen vervat in de beleidsnota 2007-2012, met als werktitel “Doorstart” waar ik destijds als OCMW-raadslid aan de zijde van Voorzitter Versnick met veel plezier mijn steentje heb toe bijgedragen. Om het ziekenhuis uit de rode cijfers te halen werd een adequaat actieplan uitgewerkt, waarbij enerzijds een grondige sanering moest leiden tot een kostenreductie, maar anderzijds ook het medisch aanbod moest worden aangepast op de uitdagingen die het ziekenhuis te wachten stonden.

De afgelopen jaren werd dan ook terecht geïnvesteerd in medische apparatuur en infrastructuur en de operationele resultaten tonen aan dat dit een juiste beslissing was en dat deze investeringen meer dan hun vruchten afwerpen. Er werd echter niet alleen geïnvesteerd in apparatuur en infrastructuur, maar ook in de uitbouw van heel wat zorgprogramma’s en vooral aan zorg op mensenmaat. Het ziekenhuis profileert zich ook sterk als babyvriendelijk en dit resulteert in een opvallende stijging van de raadplegingen bij de dienst gynaecologie en pediatrie.

Naar de toekomst toe moet het AZ Jan Palfijn blijven streven naar een verhoging van de bezettingsgraad en de uitbouw van het medisch zorgprofiel want de uitdagingen die het ziekenhuis nog te wachten staan zijn groot zoals elkeen beseft.

Het is alvast positief dat de kosten goed onder controle worden gehouden waardoor de financiële objectieven zoals vooropgesteld in de beleidsnota “Doorstart” ruimschoots gehaald worden. Er werd een solide financiële basis uitgebouwd die nodig zal zijn voor de grote uitdagingen die het ziekenhuis nog te wachten staan en ik wens de Voorzitter en de alle betrokkenen binnen het AZ Jan Palfijn hierbij namens onze Open VLD-fractie heel veel succes.

Carl De Decker
Gemeenteraadslid

Human Resources-managementtechnieken Stad Gent

Met bijna 5000 werknemers is de Stad Gent één van de grootste werkgevers van Oost-Vlaanderen. Al deze werknemers moeten jaarlijks worden geëvalueerd door hun leidinggevenden met het oog op hun verdere ontwikkeling binnen hun job.

Dit lijkt geen sinecure en de stad dient hierin naar mijn mening een voortrekkersrol te spelen.

Ik had dan ook graag geweten welke Human Resources-managementtechnieken de stad al dan niet toepast om dit proces voor de leidinggevenden in goede banen te leiden?

Carl De Decker
Gemeenteraadslid

 

Antwoord:

De Stad Gent heeft veel aandacht voor het leiding geven. Er zijn vijf manieren waarop dit gebeurt en dit alles wordt georganiseerd en ondersteund door de Dienst Loopbaanbegeleiding en Vorming:

  1. Er worden vormingen en ontwikkelingstrajecten georganiseerd voor alle leidinggevenden
  2. Er is ondersteuning en opvolging van de medewerkersaspecten
  3. Via allerlei communicatiekanalen worden alle leidinggevenden geïnformeerd over regelgevingen, werkmethodes, doelstellingen enz.
  4. Er is eventuele ondersteuning van de leidinggevenden in hun leidinggevende competenties

Er worden tools ter beschikking gesteld, wat nieuw en vrij uniek is in onze organisatie. Er is het competentiehandboek, dit is een verzameling van competenties die bij de Stad Gent worden gehanteerd. Daarnaast is er ook het ontwikkelings­handboek, dat ondersteuning biedt in het bepalen van concrete ontwikkelingsacties voor de competenties die opgenomen zijn in het competentiehandboek. Tenslotte is er de ‘Fuzzy’, een toepassingssoftware waarbij competenties van medewerkers in kaart worden gebracht zodat medewerkers zichzelf kunnen beoordelen.

Resul Tapmaz
Schepen van Personeelsbeleid, Informatica en Administratieve Vereenvoudiging

Kiosk Citadelpark

De fraaie kiosk in het midden van het Citadelpark wordt jammer genoeg door vandalen en dieven vernield. Het toegangshekje en grote stukken van de gietijzeren omheining zijn reeds verdwenen van dit prachtige ontwerp van Van Rysselberghe uit 1885.

  • Is de Schepen bereid om deze kiosk in zijn oorspronkelijke staat te herstellen en de nodige maatregelen te nemen om verder vandalisme tegen te gaan?
  • Wat is de stand van zaken in de procedure die reeds werd opgestart om deze unieke kiosk te beschermen?

Carl De Decker
Gemeenteraadslid

 

Antwoord Schepen Peeters:

De Stad is bezig rond het masterplan, waar de kiosk een rol zal toebedeeld krijgen, want het is geenszins de bedoeling om ze te laten verloederen. Voor deze legislatuur zijn de middelen voor de restauratie echter niet voorhanden. Dringende instandhoudingswerken zullen wel gebeuren indien echt noodzakelijk. Het masterplan zal in de komende twee jaar worden opgemaakt en zal een nieuwe visie geven op het park en de rol van deze bouwelementen daarin. Op basis daarvan kan een gerichte restauratiecampagne worden opgestart.

Schepen Decaluwe:

De kiosk is beschermd als een onderdeel van het beschermde landschap “het Citadelpark” (KB 30-05-1984). Voor de restauratie van elementen in een beschermd landschap kan een onderhoudspremie worden aangevraagd. Deze onderhoudspremie dient voor de ondersteuning en de stimulering van instandhouding- en onderhoudswerken. De onderhoudspremie bedraagt 40% en wordt onder bepaalde voorwaarden en voor bepaalde werkzaamheden (zoals restauratiewerken aan de kiosk) toegekend. Dat zou eventueel voor een deel van de werkzaamheden aan de kiosk kunnen worden aangevraagd.

Wanneer er een landschapsbeheerplan wordt opgemaakt en goedgekeurd door de bevoegde minister, zouden restauratiewerken voor 70% kunnen worden betoelaagd. Deze premie van het Vlaamse Gewest geldt voor de kosten van instandhoudings-, onderhouds-, herstel- en verbeteringswerkzaamheden. Ook hier gelden bepaalde voorwaarden voor de toekenning van de premie. Het uitvoeringsbesluit legt tevens de procedure vast voor de opmaak van het beheerplan en bepaalt hoe het beheerplan er moet uitzien. Niet alleen inventarisatie is hierbij van belang maar vooral een toekomstvisie en beheer op langere termijn moeten worden vastgelegd.

Een bescherming als monument van de kiosk is voor de Vlaamse overheid (Ruimte & Erfgoed) geen prioriteit aangezien de bescherming als landschap afdoende zou moeten zijn om de erfgoedwaarde ervan te vrijwaren. Bovendien bestaan er al mogelijkheden om de restauratie ervan te subsidiëren. Het landschapsbeheersplan moet dus worden opgesteld.

Er is een masterclass geweest waar een aantal resultaten zijn uit voortgekomen. De schepen zal vragen of deze stukken kunnen worden opgestuurd. Er moet voor een Stad volledig gedragen plan komen voor alle onderdelen van het Citadelpark.

Bushalte Eikstraat, Oostakker

Het nieuwe voetbalstadion van Racing Gent-Zeehaven te Oostakker wordt binnenkort officieel ingehuldigd. Een verhuis en afscheid van de oude thuishaven gaat begrijpelijkerwijze gepaard met enige emotie maar heel wat fervente supporters klagen dat er geen optimale busverbinding zou bestaan tussen Gentbrugge en Oostakker en vooral dat de dichtsbijzijnde bushalte te ver zou liggen van het nieuwe stadion wat het voor heel wat oudere supporters niet evident zou maken om alsnog hun favoriete ploeg te gaan aanmoedigen in het nieuwe complex aan de Eikstraat te Oostakker.

Deze problematiek geldt trouwens niet alleen voor de supporters, maar ook voor heel wat jongere spelertjes die met de bus komen.

Is de Schepen dan ook bereid om er bij de Lijn op aan te dringen om een bushalte te willen voorzien aan het nieuwe stadion in de Eikstraat te Oostakker?

Carl De Decker
Gemeenteraadslid

 

Antwoord:

Dit is reeds gebeurd, dus we hebben gevraagd aan De Lijn of daar een halte mogelijk is. Nu moet ik er meteen wel bijzeggen dat het niet zo evident is omdat het niet op een busroute ligt. Zij zullen even moeten nagaan of er mogelijkheid is om een route te verleggen om daar een bushalte te installeren, maar ik zal u zeker op de hoogte houden van het antwoord dat De Lijn ons zal geven.

Karin Temmerman
Schepen van Stadsontwikkeling, Mobiliteit en Wonen

Geweld in scholen

Uit een recente studie blijkt dat in acht jaar tijd het aantal gewelddelicten in scholen met bijna een derde toenam. In 2000 vonden op school 2.010 geweldmisdrijven plaats die bij de politie werden aangegeven. In 2008 was dat cijfer al gestegen tot 2.907.

Het lijkt erop dat die stijgende trend jammer genoeg wordt voortgezet en dat ook, bijvoorbeeld, feiten van vandalisme en brandstichting toenemen.

  • Concreet wens ik u dan ook te vragen of deze stijgende trend van het aantal gewelddelicten zich ook voordoet in onze Gentse (stads)scholen en welke initiatieven onze stad desgevallend neemt om deze verontrustende evolutie een halt toe te roepen.

Carl De Decker
Gemeenteraadslid

 

Antwoord:

Binnen het Secundair Onderwijs van het Departement Onderwijs en Opvoeding van de Stad Gent is er een lage tolerantie ten opzichte van fysiek geweld. De leerlingen worden daarvan bij het begin van het schooljaar op de hoogte gebracht en dat staat ook heel duidelijk uitgestippeld in het reglement van de school.

Er is een gevolgde procedure. Kleine ruzies tussen leerlingen onderling worden intern opgelost, en de secundaire scholen hebben een goed uitgebouwde en goed werkende leerlingenbegeleiding die deze incidenten mee helpt in goede banen leiden.

Bij ernstig fysiek geweld met verwondingen tot gevolg wordt de leerling verzorgd door een arts of via een spoedprocedure wordt die naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis gebracht. Dat gebeurt wel af en toe eens, gelukkig niet dikwijls. De politie wordt dan steeds ingeschakeld.

Op school zal er steeds een strafmaat worden bepaald gaande van een ordemaatregel tot een tuchtmaatregel, en dit eigenlijk ook conform het tuchtreglement van de secundaire scholen.

De voorbije jaren merken wij geen noemenswaardige stijging van gemelde feiten, en zeker ook niet in het schooljaar 2009-2010 waarnaar u ook verwijst. Het is wel zo, we moeten dat niet ontkennen, dat er jaarlijks wel altijd énkele incidenten voorkomen.

Ik wil er ook op wijzen dat het iets te spijtig is dat bijvoorbeeld pesten, wat ik ook een vorm van geweld vind, regelmatig gebeurt. We worden bovendien geconfronteerd met nieuwe fenomenen van pesten, ik denk hierbij aan cyberpesten.

Ik wil verder verwijzen naar een actie die we hebben ondernomen in samenwerking met Child Focus, waar we hier zelfs op het stadhuis een ‘Safer Internet Day’ hebben georganiseerd en waar er in de voor- en namiddag een paar honderd kinderen aanwezig waren.

Soms is ook fysiek geweld het gevolg van feiten buiten de school: dingen buiten de school worden binnengebracht in de school of omgekeerd. Daar denk ik dat ik kan wijzen op de interventie van de schoolspotters, die zeer goed werk leveren om dat in goede banen te leiden om dat zeker te detecteren, en om dat met de directie te proberen op te lossen.

Dan wil ik ook wijzen op een preventieve maatregel waarbij wij een initiatief hebben genomen dat nu nog loopt van 25 februari tot 28 maart, het project ‘Geweldig’, onder andere in het Centrum voor Jonge Kunst, waarbij we met de vzw Zinloos Geweld een cartoontentoonstelling hebben opgezet (met ook andere kunstwerken) en waarbij niet alleen de schoolspotters maar ook andere mensen workshops geven om de zinloosheid van geweld bespreekbaar te maken, voornamelijk om jongeren te laten beseffen dat dit niet kan.

Wat lager onderwijs betreft, heel kort nog, we hebben natuurlijk dagelijks kleine ruzietjes, eens trekken enzovoort op een speelplaats. Daar is er echt een constante controle van leerkrachten.

Waar we wel mee geconfronteerd geworden zijn de voorbije maanden, en toch iets meer dan vroeger, is geweld van ouders op de school. Onlangs is er nog een incident geweest in één van de scholen, De Kleurdoos, waarbij een ouder met een brooddoos op het hoofd van een ander kind heeft geklopt. Andere ouders moeien zich daar dan mee, en het kwam zodoende tot een gevecht in regel tussen verschillende ouders.

Dit schooljaar alleen al zijn we drie keer in contact gekomen met een dergelijk incident waarbij ouders zich moeien op de school, en uiteindelijk hun boekje ver te buiten gaan. Dit zijn dan ook zaken die streng te veroordelen zijn en waar we proberen met de school en met het volledige team in op te treden en indien nodig de politie daar ook bijhalen.

Rudy Coddens
Schepen van Onderwijs en Opvoeding

Begraafbos

Sint-Niklaas is de eerste stad in Vlaanderen die de stap zet naar een volwaardige milieuvriendelijke begraafplaats in een park. Het idee is afkomstig uit Zwitserland en op die parkbegraafplaatsen vormen de bomen als het ware levende grafmonumenten.

Aangezien we in onze stad al een geboortebos hebben lijkt het mij opportuun om na te gaan of ook in Gent kan overwogen worden om een begraafbos in te richten en zo het probleem op te lossen van het dreigende plaatsgebrek op kerkhoven.

Is de Schepen bereid om te onderzoeken of in Gent een begraafbos kan ingericht worden?

Carl De Decker
Gemeenteraadslid

 

Antwoord:

De laatste jaren werd er fors geïnvesteerd om de 18 bestaande begraafplaatsen verder om te vormen tot parkbegraafplaatsen, waarbij zij geleidelijk het uitzicht krijgen van “lawn-cemeteries” zoals gekend in de Angelsaksische wereld. Door een actief ruimingbeleid van onze diensten is ook het probleem van dreigend plaatsgebrek opgelost en werden meer open ruimten gecreëerd. In het kader van een pesticidenvrije onkruidbestrijding werden op grote delen van de begraafplaatsen grasstroken aangelegd waarin struiken, vaste planten en bomen werden geïntegreerd. Daarnaast werden op sommige begraafplaatsen themaparken aangelegd zoals onder andere de “Rozentuin” op de begraafplaats van Gentbrugge, de “Vlindertuin” op de Zuiderbegraafplaats, de “Buxustuin” en de “Kinderbegraafplaats” met paddenstoelenurnen op de Westerbegraafplaats. Aangepaste groenaanleg is onze vaste partner geworden.

Voorlopig is er dus geen reden om te veronderstellen dat er zich in de eerstkomende jaren een probleem van plaatsgebrek zou voordoen. Momenteel zijn er nog geen concrete plannen voor de aanleg van een begraafbos in onze stad. Dit neemt niet weg dat het alternatief waar u naar informeert wel degelijk een bijzonder interessant perspectief biedt, niet in het minst vanuit milieuoogpunt.

Ik stel vast dat meer en meer wordt nagedacht over het hele stervensproces (sterven, rouwen, begraven of cremeren); men stelt zich vragen bij die kille, steriele en voorgekauwde traditionele manier van afscheid nemen, men gaat op zoek naar nieuwe dingen en men wil in deze hectische tijden afscheid nemen op een manier “waar men zich als nabestaande goed bij voelt”. Men ziet heel het begrafenisritueel opnieuw als een manier om zich te uiten en men gaat op zoek naar een uitvaart die model staat voor het denken en doen, model staat voor het “zijn”. Milieubewustzijn vormt daar een essentieel onderdeel van. “Natuurlijk begraven” geschiedt op een heel milieuvriendelijke manier. Monumenten, grafstenen, naamplaten, kruisen en andere herkenningstekens die courant voorkomen op een klassieke begraafplaats, zijn uit den boze en worden gezien als een milieuvervuilend element.

Op een natuurbegraafplaats is alles op en rond een graf biologisch afbreekbaar: een vers gegraven graf zal je natuurlijk altijd herkennen, maar het is de bedoeling dat alles na verloop van relatief korte tijd is opgegaan in de natuurlijke omgeving.

De filosofie van natuurlijk begraven houdt in dat je je eigen dood ziet als een schakel in een steeds terugkerende natuurlijke cyclus van leven en dood: alle levende organismen keren na hun dood terug naar de bodem en geven er voedsel aan nieuw leven en de mens is geen uitzondering op deze regel. Met een steeds stijgend aantal crematies voor ogen voel ik veel voor de praktijk die ondertussen bijzonder succesvol is in Duitsland. Men laat er in de begraafbossen alleen begrafenissen toe in biologisch afbreekbare urnen. Wat het herkennen van een graf betreft, zijn de regels daar simpel: een klein houten plaatje met een boomnummer wordt rond de boom gebonden om zo aan te duiden dat dit “graf” gereserveerd is en wanneer de overledene er komt te rusten bind je een klein houten plaatje met naam en data rond de boom. Waarbij de boom dienst doet als grafsteen.

Ik zal dus zeker een onderzoek laten starten, in samenwerking met schepen Tom Balthazar, naar de opportuniteit van de aanleg van een volwaardig milieuvriendelijk begraafbos. Los van plaatsgebrek betreft het een zeer waardevol alternatief geïnspireerd door een bewust omgaan met het milieu.

Catharina Segers
Schepen van Burgerzaken en Protocol en ambtenaar van de Burgerlijke Stand

Viering Nobelprijs Maurice Maeterlinck

Gentenaar Maurice Maeterlinck, de tot nog toe enige Belgische Nobelprijswinnaar Literatuur ontving in 1911, op vijftigjarige leeftijd, de Nobelprijs voor Literatuur. Zijn werk werd in een twintigtal talen vertaald: poëzie, toneelstukken, maar vooral de hem typerende filosofische essays met een natuurwetenschappelijke inslag.

Ook zijn gedichten hadden veel succes, omwille van de vernieuwende structuur. In Vlaanderen heeft Maurice Maeterlinck volgens velen nooit echt erkenning gekregen en zijn werk is dan ook amper in het Nederlands vertaald.

De Stad Gent zou bezig zijn met een vertaling van zijn autobiografie Bulles Bleus, omdat die zich deels in Gent afspeelt, maar daar is het de laatste tijd nogal stil rond. Ter gelegenheid van de 100-jarige viering in 2011 doet zich naar mijn bescheiden mening een unieke kans voor om Gentenaar Maurice Maeterlinck opnieuw in de kijker te plaatsen en activiteiten te organiseren die toeristisch kunnen uitgespeeld worden door onze Stad als cultuurstad.

  • Welke initiatieven zal de Stad Gent ontwikkelen om deze unieke gebeurtenis niet onopgemerkt te laten voorbijgaan?
  • Hoe staat het met de vertaling van zijn autobiografie en wat is de inbreng van de Stad hierbij?

Carl De Decker
Gemeenteraadslid

 

Antwoord:

De gedachte aan Maeterlinck is in Gent altijd levend gehouden door bijvoorbeeld de ‘Paarse Zetellezing’ of het kabinet Maurice Maeterlinck in het gebouw Anold Vander Haeghen in de Veldstraat of het Timefestival van 2007 dat zijn thema gewijd had aan het symbolisme waar Maeterlinck sterk aan bod kwam. In datzelfde jaar ging Marthaler bij NTG in première.

De honderdste verjaardag van Maeterlincks Nobelprijs Literatuur in 2011 zal niet ongemerkt voorbijgaan. Het Departement Cultuur werkt al geruime tijd aan een herdenkingsprogramma dat zal lopen in het najaar 2011 tot voorjaar 2012 en dat zeer veelzijdig en gevarieerd zal zijn. Dit programma beoogt een bundeling van de initiatieven, die zowel door het Stadsbestuur als door diverse cultuurhuizen in Gent zullen georganiseerd worden.

Tot nu toe zijn er volgende initiatieven in opgenomen:

  • Het Museum voor Schone Kunsten organiseert een tentoonstelling over de grote wederzijdse invloed, die Maeterlinck en George Minne bij het begin van hun kunstenaarscarrière op elkaar uitoefenden.
  • In de Kunsthal Sint-Pietersabdij wordt een tentoonstelling opgezet rond Maeterlincks beroemdste toneelstuk, “L’oiseau bleu”, dat zal worden geplaatst in het ruimere kader van andere, vergelijkbare filosofische sprookjes uit die tijd.
  • Het departement cultuur-staf en het Stadsarchief zullen twee Nederlandse vertalingen uitbrengen, één van “Bulles bleues” en één van Maeterlincks integrale dichtwerk.
  • Bij die gelegenheid zal het Kabinet Maurice Maeterlinck in het Hotel Arnold Vander Haeghen in de Veldstraat restylen worden tot een hedendaags literair museum.

Ook andere culturele spelers hebben reeds initiatieven aangekondigd naar aanleiding van het Maeterlinckjaar 2011:

  • De Vlaamse Opera gaf opdracht aan componist Luc Brewaeys om een kameropera te schrijven op basis van Maeterlincks korte drama “L’Intruse”, dat zal vertoond worden in het Kunstencentrum Vooruit.
  • Het Muziekcentrum De Bijloke zal in het seizoen 2011-2012 werk op het programma nemen dat geïnspireerd is door het oeuvre (poëzie en toneelwerk) van Maurice Maeterlinck.
  • Het Muziektheater Transparant maakt een kameroperaversie van “Pelléas en Mélisande”.
  • Het Spectra Ensemble gaf aan twaalf componisten uit binnen- en buitenland de opdracht om elk één van Maeterlincks “Douze Chansons” te toonzetten. Een samenwerking met Les Ballets C de la B is in onderzoek.

Er zal ook een internationaal colloquium worden georganiseerd. Op literair Gent is een speciale Maeterlinckwandeling ontwikkeld die zeker de moeite waard is. Het voorlopige programma moet nog aan het College worden voorgelegd.

Lieven Decaluwe
Schepen van Cultuur, Toerisme en Feesten

Verdrag van Gent

Op 24 december 1814 werd het Verdrag van Gent ondertekend die het einde inluidde van de tweede onafhankelijkheidsoorlog tussen Engeland en haar oud-kolonie de Verenigde Staten van Amerika.

Er werd reeds een Gentse vzw opgericht die in 2014 en 2015 uitgebreide festiviteiten wil organiseren voor de 200ste verjaardag van dit historisch feit en die onder meer de ambitie heeft om de Amerikaanse president naar onze stad te halen. In de Veldstraat herinnert een gedenkplaat aan dit uniek historisch feit maar jammer genoeg is dit slecht door weinigen geweten en wordt deze unieke gebeurtenis naar mijn aanvoelen veel te weinig uitgespeeld als een toeristische troef door onze Stad.

Ik wens dan ook de concrete vraag te stellen:

  • Welke activiteiten onze Stad zal organiseren om deze gebeurtenis niet onopgemerkt te laten voorbijgaan?
  • Zullen er vanuit toeristisch oogpunt speciale initiatieven ondernemen worden naar Britse en Amerikaanse toeristen toe?
  • Zou het geen goed idee zijn om een nieuwe gedenkplaat of monument te maken naar aanleiding van deze viering en die een opvallende plaats te geven in het Gentse stadsbeeld en als toeristische trekpleister uit te spelen?

Carl De Decker
Gemeenteraadslid

 

Antwoord:

Het is inderdaad zo dat er op 19 november 2008 een vzw is opgericht. Het Stadsbestuur heeft daarmee uit de aard van de feiten uitgebreide contacten gehad, en er werd ook een afspraak gemaakt van hoe we samen zouden kunnen opereren.

Op 4 februari 2010, nu dus, is er een bekrachtiging van een stadsmarketingfondsdossier dat door de vzw is ingediend, waarbij de eerdere plannen toch wel enigszins werden afgezwakt en waar we gedurende drie jaar steun verlenen aan de vzw. Er is wel gezegd dat de Stad én de vzw zullen samenwerken, maar dat de Stad de leiding zal nemen van de hele operatie.

We moeten 1814 en 2014 in zijn juiste context plaatsen. Bij oorlogen is het vaak zo dat overwinnaars daar graag aan worden herinnerd en dat verliezers, in casu de Britten, daar iets minder interesse voor hebben. Bovendien zal 2014 zeker ook in het teken staan van Wereldoorlog I. Goed, dat kan ook opportuniteiten bieden.

Wat gaan wij ondernemen? De Stad zou een historische tentoonstelling brengen, ook over de situatie in Gent. U moet weten dat de Amerikaanse delegatie die geleid werd door een latere president, John Quincy Adams, zich eigenlijk zeer goed thuis heeft gevoeld in Gent en opgenomen is in het socio-culturele leven van de burgerij. Daardoor zouden we het burgerijleven van die tijd ook mee in de kijker kunnen plaatsen, onder andere d’Hane Steenhuyse, de grote huizen die we hebben en dergelijke meer.

Bovendien is er ook sprake van een wetenschappelijke publicatie, een academische zitting, een banket en dergelijke meer, en het is inderdaad zo dat we zo ver mogelijk willen uitnodigen. Wie er dan president van de Verenigde Staten zal zijn is nog niet volledig zeker natuurlijk, maar wij willen daar inderdaad een groot nummer van maken zoals u wellicht kunt vermoeden. Dat zouden we in samenspraak doen met de mensen van de vzw.

We willen ook een toeristisch programma ontwikkelen, omdat we denken dat Wereldoorlog I zwaar in de belangstelling zal komen. Ook Waterloo zou al zwaar in het nieuws kunnen komen te staan. Het zou dan goed zijn als we in Vlaanderen nog iets anders hebben dan dat. Bij het recente bezoek van de Amerikaanse ambassadeur heb ik aan hem en zijn medewerkers een werkfiche ter hand gesteld, om aan te tonen dat wij groot belang stellen in die herdenking. Ik heb gevraagd of er mogelijk kan worden samengewerkt, een soort werkgroep kan worden gevormd met mensen van de Amerikaanse ambassade en mensen van de Stad.

Lieven Decaluwe
Schepen van Cultuur, Toerisme en Feesten

 

Ik heb nog een klein bijkomend vraagje. Eén van de centrale punten in mijn vraag was die gedenkplaat die nu een beetje ondergewaardeerd wordt naar mijn aanvoelen: gaan er initiatieven zijn in het kader van die viering, om die gedenkplaat…

Carl De Decker
Gemeenteraadslid

 

Ik denk dat we die gedenkplaat dan inderdaad moeten herdenken.

Lieven Decaluwe
Schepen van Cultuur, Toerisme en Feesten

 

Of eventueel, zoals ik suggereerde, een monument dat meer kan worden uitgespeeld…

Er is ook sprake van een restauratiedossier van Sint-Jan de Deo, maar dat zal niet zo gemakkelijk zijn om dat nog vóór 2014 te realiseren. Maar we gaan zeker ook belang hechten aan het uiterlijke aspect van de zaak.

Carl De Decker
Gemeenteraadslid

Wolfputstraat

Naar aanleiding van de informatievergadering omtrent de wegenwerken in de Krijtestraat, Waterstraat en Slotendries op 13 januari verscheen in de pers een artikel waarin staat vermeld dat momenteel ook het dossier van de Wolfputstraat in Oostakker op tafel zou liggen.

Graag had ik de concrete timing vernomen wat de aanpak van de Wolfputstraat en omgeving betreft.

Carl De Decker
Gemeenteraadslid

 

Antwoord:

Het dossier Wolfputstraat (van aan de Gentstraat tot aan de Meerhoutstraat) maakt deel uit van het Aquafin-dossier: Collector John Kennedylaan. Recentelijk hebben wij vernomen dat, na vijf jaar, de bouwvergunning voor dit Aquafin-dossier geweigerd werd. Gezien deze weigering en de verdere implicaties kunnen wij op dit moment geen timing geven voor de aanpak van de Wolfputstraat. Wij stellen momenteel alles in het werk, samen met Aquafin, om het collector-dossier terug te deblokkeren.

Ik kan u ook nog meegeven dat een klein stuk van de Wolfputstraat (het stuk van de Muizelstraat tot aan de Drieselstraat) wel aangepakt wordt binnen de integrale heraanleg van de Drieselstraat. Deze werken zullen in het voorjaar van 2010 starten.

Martine De Regge
Schepen van Openbare Werken, Stadswoningen en Rationeel Energiegebruik